'Iedereen wilde het dominante en aanvallende Oranje zien, maar we zagen het niet'
Oranje boekt resultaat op het WK, maar in Nederland bestaat een negatieve tendens over het vertoonde spel. Ook Arnold Mühren heeft er moeite mee. De 23-voudig international vindt dat het Nederlands elftal 'in de verste verte niet in de buurt komt van waar het voor staat.'
"Het Nederlandse spel staat bekend als avontuurlijk. We hebben altijd dominant willen zijn, iedereen kijkt ook naar ons op elk groot toernooi", begint Mühren in gesprek met De Telegraaf. De voormalig international blikt terug op het EK in 1988, het enige gewonnen toernooi waar de Volendammer onderdeel van uitmaakte. Volgens hem was het destijds zo aanvallend als wat. "Ronald Koeman schoof zo in het middenveld, Frank Rijkaard wilde ook wel oversteken met de bal, Berry van Aerle kon blijven gaan op rechts. Geloof me, het gaat er niet om welk systeem je speelt, maar hoe je als elftal op het veld staat."
Dat aanvallende mist Mühren bij het huidige Oranje. De ploeg van Louis van Gaal komt zelfs niet in de buurt van waar het Nederlandse voetbal voor hem voor staat. "Dit is een andere tijd en dit is een andere generatie, maar je kan met dit Nederlands elftal best heel aanvallend spelen. In de laatste groepswedstrijd tegen Qatar wilde iedereen dat dominante en aanvallende van Oranje zien. Ik ook. Maar we zagen het niet."
De Volendammer weet wel hoe hij het tegen de Verenigde Staten zou doen. "Je wil niet dat iedereen wordt gestuurd. Laat Frenkie vooruit voetballen, zet Xavi Simons erin, laat die lekker gaan en speel met een echte spits. Weet je, soms kun je met één spits aanvallender spelen dan met vier. We missen snelheid, terwijl we met Depay, Gakpo en Xavi wel jongens hebben die met snelheid kunnen spelen."
De wensen van Mühren lijken ook tegen de Amerikanen niet uit te gaan komen. Volgens het Algemeen Dagblad verandert bondscoach Louis van Gaal niets aan de opstelling waarmee het tegen Qatar voor de dag kwam.